Bewust dierlijke producten eten, hoe doe je dat?

Wel vlees eten, geen vlees eten, wel vis, geen vis, alleen bijvangst of kweekvis of juist geen kweekvis, wel of geen zuivel; er zijn nogal wat keuzes die je kunt maken op dit gebied. Is er een goed of fout? Daar stelling over innemen voelt voor ons als glad ijs en daar geloven wij ook niet zo in. Er zijn heel veel overwegingen en meerdere kanten aan een medaille. Wij geven je graag een aantal overwegingen om iets wel of niet te doen en ook: hoe je op een verantwoorde en bewuste manier dierlijke producten kunt eten. En dan kun jij je eigen afwegingen maken!

Dierenleed

De manier waarop de vleesindustrie zich heeft ontwikkeld, is dieronterend, dat staat buiten kijf. Probeer maar eens droge ogen te houden bij het zien van een documentaire als ‘Cowspiracy’. Voor veel mensen hebben dat soort documentaires een belangrijke bijdrage geleverd aan het bewustzijn dat de bio-industrie niet oké is en vooral aan de beslissing dat ze er niet meer aan willen bijdragen. Voor een groep vegetariërs of pescetariërs is deze overweging doorslaggevend geweest om voortaan vlees te laten staan. Wie ‘Seaspiracy’ heeft gezien, is nu wellicht tevens gestopt met het eten van vis.
Je kunt gelukkig bewuste keuzes maken in het consumeren van vlees en vis, waarbij dierenleed zoveel mogelijk voorkomen wordt. Hier kom ik later op terug.

Milieuoverwegingen

Het minderen of stoppen met vlees en vis eten kan bijdragen aan het behoud van natuurlijke bronnen: het kan zorgen voor een afname van de uitstoot van broeikasgassen en voor minder watergebruik en meer grond die voor landbouw gebruikt kan worden. Een overzicht van het onderzoek naar de duurzaamheid van plantaardige diëten wees uit dat het minderen van de vleesconsumptie kan zorgen voor een afname van uitstoot van broeikasgassen met 7% (1). Meer plantaardige voeding eten kan er ook voor zorgen dat de vraag naar landbouwgrond voor de teelt van fruit en groenten voor mensen toeneemt, in plaats van voor veevoer. Voor landbouw voor menselijke consumptie zijn veel minder grondstoffen nodig dan voor landbouw ten behoeve van de veeteelt. De energie die nodig is voor het kweken van plantaardige eiwitten is zelfs 11 maal kleiner dan de benodigde energie ten behoeve van de productie van dierlijk eiwit (2).

Volgens auteur dr. Campbell is het echter vooral de overproductie en het gebruik van giftige stoffen (insecticiden, herbiciden, fungiciden, etc.) bij de intensieve teelt van groenten, fruit, granen en soja, die een bedreiging vormen voor de gezondheid van de aarde en zijn bewoners en niet de veestapel op zich. In haar boek ‘Vegetarianism Explained’ breekt Campbell een lans voor regeneratieve landbouw, waarin landbouwdieren een belangrijke schakel vormen. Het houden van landbouwdieren is volgens haar, mits het op de natuurlijke manier gebeurt, veel eenvoudiger, goedkoper, schoner en doeltreffender voor de gezondheid van aarde, mens en dier. Door vee op een klein grasperceel als een kudde dicht bij elkaar te zetten, kan de kudde het perceel leegeten, er hun mest achterlaten om vervolgens te worden verplaatst naar een ander grasperceel. Het perceel dat achterblijft moet de kans krijgen om te regenereren.

Pas na vier maanden mag er weer een kudde runderen het perceel betreden. De mest is ondertussen door mestkevers en ander bodemleven in de aarde terecht gekomen. Koolstofhoudende wortels van het geconsumeerde gras zijn een humuslaag geworden die meer water en koolstof kan vasthouden. Door dit roulatiesysteem wordt de grond ieder jaar rijker en vruchtbaarder, waardoor er meer en hoger gras groeit waar een grotere kudde zich mee kan voeden. Er ontstaat een win-win situatie. De aarde wordt vruchtbaarder, houdt koolstof en water vast en de dieren die erop grazen eten zich tonnetje rond. De producten van deze koeien krijgen het certificaat ‘gras gevoerd’. De consument wordt voorzien van onder andere omega-3 vetzuren, een essentieel vetzuur dat niet te vinden is in vlees en zuivel uit de bio-industrie.

Tenslotte is het belangrijk om je te realiseren dat de plantaardige producten afkomstig van de voedingsindustrie, niet persé beter voor de aarde zijn dan dierlijke. Dit leg ik uit in de blog ‘Vlees-, vis- en zuivelvervangers, een zegen of een vloek?’.

Gezondheid

Vegetarisch en veganistisch eten wordt doorgaans als gezonder beschouwd dan een eetpatroon waarin vlees gegeten wordt. Diverse onderzoeken ondersteunen deze aanname. Zo bleek uit een onderzoek waarin 11 jaar lang 45.000 volwassenen gevolgd werden dat vegetariërs 32% minder risico op hartziekten hadden dan niet-vegetariërs (3). Dit komt waarschijnlijk doordat vegetarische diëten over het algemeen meer vezels en antioxidanten bevatten, die de bloeddruk kunnen verlagen en de gunstige vorm van cholesterol verhogen. Een overzicht van 32 studies naar het effect van vegetarische diëten op de bloeddruk toont aan dat de gemiddelde systolische bloeddruk bij vegetariërs bijna zeven punten lager ligt dan bij mensen die vlees eten (4). Verscheidene studies laten zien dat mensen die plantaardig eten meer afvallen dan degenen die dat niet doen (5). Dat leidt onder andere tot een minder groot risico op het ontwikkelen van diabetes type 2. Fruit, groenten, noten, zaden, volkorengranen en peulvruchten bevatten allemaal voedingsstoffen en antioxidanten die kunnen bijdragen aan kankerpreventie. Volgens onderzoek is er een samenhang tussen vegetarisch eten en een lager totaal aantal gevallen van kanker, vooral van dikke darmkanker (6).
Naast deze positieve onderzoeksresultaten zijn er ook minder positieve geluiden.

Een Britse studie onder 55.000 mensen vergeleek vlees- en viseters met vegetariërs en veganisten. Gedurende acht jaar werd informatie over hun voedingspatroon verzameld en daarna werden zij nog bijna 18 jaar gevolgd (de follow up). Tijdens deze periode is ook het aantal en het soort botbreuken geregistreerd. Er werd voor de invloed van sociaaleconomische en leefstijlfactoren, alsmede de BMI van de proefpersonen, gecorrigeerd. In vergelijking met vleeseters hadden veganisten 43% meer risico op botbreuken. Bij vegetariërs en viseters was er ook een verschil, maar veel kleiner. De verschillen worden deels verklaard worden doordat niet-vleeseters in het algemeen een lagere BMI hadden en zowel minder calcium als eiwitten binnenkrijgen. Dit leidt tot een verlaagde botopbouw en botdichtheid.

Bij een pescetarisch, vegetarisch en veganistisch eetpatroon liggen tekorten aan bepaalde voedingsstoffen op de loer. Lees daar meer over in Vegetariër of veganist? Deel 1: eiwitten en vetten – Nano Mineralen. Ook hier is het belangrijk om te vermelden dat plantaardige producten afkomstig van de voedingsindustrie bepaald niet altijd gezond te noemen zijn. Zie mijn artikel over vlees- en zuivelvervangers.

De energie van dieren

Sommige mensen laten het eten van dierlijke voeding achterwege, omdat ze met het eten hiervan ook de energie van dieren binnenkrijgen. Bijvoorbeeld de angst die een dier ervaart op het moment van slachting of het leed van dieren uit de bio-industrie en vissen uit kwekerijen. Dit veroorzaakt een laag trillingsniveau bij dieren. Als dieren niet of nauwelijks buiten komen en veelal eenzijdig en genetisch gemanipuleerd voedsel eten, dan zorgt dat ook voor een lage trilling. Hierdoor word je, als je dit eet, niet energetisch opgeladen, maar juist verzwakt. Het verlaagt in feite ook je eigen trilling en je blijft daarmee vatbaarder voor negatieve emoties.

Niet alleen de energie wordt overgedragen. Dieren produceren in stresssituaties grote hoeveelheden stresshormonen, zoals adrenaline. Dit is een stof die op het fysieke niveau van het dier aanwezig is en dus door mensen gegeten wordt. De grote onrust die door het energieveld van vlees op het energieveld van de mens kan worden overgedragen, maakt dat mensen zich ook onrustig kunnen voelen. Vlees van zeer slecht behandelde dieren kan zelfs de menselijke aura uit balans brengen (7).

Eten vanuit dankbaarheid

Ooit schreef ik een werkstuk waarin ik een antwoord zocht op de vraag of vlees eten past in een spiritueel leven. Eén van de antwoorden die ik voor mezelf vond, kwam bij de Indianen vandaan. Zoals bij inheemse en traditionele volkeren gebruikelijk was, werd er niet aldoor vlees gegeten. Men nam alleen wat nodig was om zich te kunnen voeden en sterk en gezond te blijven. Men verwerkte alle delen van het dier, ook voor andere zaken, zoals kleding en dergelijke. Wat ik tijdens het schrijven ontdekte was dat Indianen een dermate verbinding hadden met de dieren in hun leefomgeving, dat ze de dieren uitnodigden om zich als voedsel op te offeren voor de mensen. Uiteraard werd dit geschenk in nederigheid ontvangen en met grote dankbaarheid. Dit is de weg, voelde ik toen. Het is oké om vlees en andere dierlijke producten te eten, om je te voorzien in essentiële voedingsstoffen. Houd de volgende overwegingen daarbij in ogenschouw.

Vuistregels voor bewust dierlijk eten:

  1. Kies voor producten van kleinschalige bedrijven, die biologische en circulaire principes hanteren. Bij biologisch-dynamische (BD) bedrijven wordt zoveel mogelijk een gesloten kringloop gehanteerd, dit kun je vergelijken met circulaire principes. Alle reststromen van de akkerbouw worden aan dieren gegeven en de reststromen van de veeteelt worden in de landbouw gebruikt. Als je BD eieren en zuivel nuttigt, dan weet je zeker dat de snavels van kippen niet geknipt zijn en ook de hoorns van de koeien zijn dan gegarandeerd ongeschonden. Dit scheelt een hoop dierenleed. Zie Online slager | Biologisch vlees | Grasgevoerd natuurvlees | de Woeste Grond, of Puur vlees, rechtstreeks van de boer op je keukentafel (schotsehooglanders.nl)
  2. Kies voor vlees dat ethisch geslacht is. Kleinschalige bedrijven brengen hun dieren meestal niet naar de grote slachthuizen, maar werken samen met een vakman, die hun dieren op ethische manier slacht. Als bedrijven transparant werken, dan kun je hier vrij eenvoudig achterkomen. Bijv. De slager – Schotse Hooglanders
  3. Kies voor vis die ethisch gevangen is. Er zijn tegenwoordig steeds meer vishandels, die alleen vis verkopen die op een verantwoorde manier gevangen is, in het verantwoorde seizoen (en niet in het paaiseizoen bijv.) en die niet als soort bedreigd zijn. Zie Over Marqt — Marqt.nl.
  4. Grofweg kun je de vuistregel aanhouden dat 80% van wat je eet plantaardig is en 20% dierlijk. Dit is zowel voor je gezondheid als voor de aarde een goede verhouding.
  5. En het allerbelangrijkste: wees dankbaar voor het dier dat je eet en geniet er met volle teugen van! Spreek het uit, hardop of in stilte en leer dit ook aan je kinderen. Dankbaarheid is belangrijk voor alle voeding die we tot ons nemen, maar in het bijzonder voor dierlijke voeding, dat het dichtst bij ons mensen staat.

Realiseer je dat schuldvrij eten niet bestaat. Alles wat je doet en laat op deze aardbol heeft een impact. Het gaat om de intentie waarmee je iets doet. Informeer jezelf, neem verantwoordelijkheid voor wat je weet, maak keuzes die goed voelen en wees dankbaar voor wat je hebt.

Geschreven door Terah Afke

Bronnen

5 goede redenen voor het eten van vlees | hetkanWel.nl

Tien redenen om vegetariër te worden | Mens en Gezondheid: Gezonde voeding (infonu.nl)

Veganistische ‘schijf van vijf’ ontwikkeld – aHealthylife.nl

Vegan? Vergeet carnitine niet! – aHealthylife.nl

Waarom vegan burgers vaak nog steeds ongezond zijn – aHealthylife.nl

Korte handleiding voor beginnende flexitariërs – aHealthylife.nl

Kaasvervangers: gezond alternatief? – natuurdietisten.nl

Boek dr. Campbell: eet niet langdurig Vegan – natuurdietisten.nl

Voedingsrichtlijnen voor vegetariërs over Omega 3 vetzuren | Vegetariersbond

De top 12 voedingsmiddelen met de meeste zink – aHealthylife.nl

Veganisten hebben vaker tekort aan jodium – aHealthylife.nl

Veganisme, de voordelen en valkuilen – Rineke Dijkinga 5 goede redenen voor het eten van vlees | hetkanWel.nl

Delnooz, F. & Martinot, P. (2002). Voeding en spiritualiteit. Uitgeverij Ankh-Hermes

  1. Aleksandrowicz, L., Green, R. et al (2016). The Impacts of Dietary Change on Greenhouse Gas Emissions, Land Use, Water Use, and Health: A Systematic Review. PLoS One, 11(11).
  2. Sabaté, J. & Soret, S. (2014). Sustainability of plant-based diets: back to the future. Am J Clin Nutr. July.
  3. Crowe, L.F, Appleby, P.N. et al (2013). Risk of hospitalization or death from ischemic heart disease among British vegetarians and nonvegetarians: results from the EPIC-Oxford cohort study. Am J Clin Nutr, Mar;97(3): 597-603.
  4. Yokoyama, Y., Nishimura, K. et al (2014). Vegetarian diets and blood pressure: a meta-analysis. JAMA Intern Med, Apr;174(4):577-87.
  5. Huang, R.Y., Huang, C.C. et al (2016). Vegetarian Diets and Weight Reduction: A meta-analysis of Randomized Controlled Trials. J Gen Intern Med, Jan;31(1):109-16.
  6. Tantamango-Bartley, Y., Jaceldo-Siegl, K. et al (2013). Vegetarian diets and the incidence of cancer in a low-risk population. Cancer Epidemiol Biomarkers Prev, Feb;22(2):286-94.
  7. Angela Kämper. Prana voeding. Voel je goed door voedsel vol licht. Uitgeverij Akasha, 2009 Nederlandse editie.