What about kweekvlees?

Kweekvlees heeft de toekomst. Althans, zo luidt de marketing. Het is duurzaam, diervriendelijk, schoon en betaalbaar. Op de website van www.kweekvleesinfo.nl vonden we de volgende informatie: “De stamcellen worden op diervriendelijke wijze via een punctie weggehaald bij het dier. De cellen zet men vervolgens op kweek in een groeivloeistof van onder andere water, suikers, aminozuren, vetten, vitaminen en mineralen. De stamcellen hebben de eigenschap dat ze in het lichaam, bij beschadiging van het spierweefsel, door vermenigvuldiging kunnen uitgroeien tot nieuw spierweefsel. Bij het kweken van vlees worden deze stamcellen onder dezelfde nagebootste voorwaarden buiten het lichaam door eenzelfde vermenigvuldiging gekweekt tot spierweefsel. Het volgroeide spierweefsel in combinatie met vetweefsel vormt uiteindelijk het vleesproduct. Vlees waarvoor men geen dieren meer hoeft te slachten en dat in productie veel minder belastend is voor het milieu. Voor het maken van kweekvlees is geen genetische modificatie nodig. Ook het gebruik van antibiotica is overbodig omdat men kweekvlees in een steriele omgeving produceert.” Klinkt goed, toch?

Deze uitvinding, die in 1999 gepatenteerd werd door de Nederlander Willem van Eelen, is inmiddels bij het Amerikaanse bedrijf ‘Eat Just’ terechtgekomen, dat miljarden aan investeringsgeld heeft ontvangen van de meest invloedrijke stichtingen ter wereld. Dus dat er toekomst in gezien wordt, moge duidelijk zijn (1).

Het klinkt goed en toch voelt er iets niet goed. Kweekvlees is ‘hoogbewerkt en kunstmatig voedsel’; het komt uit een laboratorium, het wordt gekweekt in ‘reactoren’ en er worden verschillende ingewikkelde synthetische kweekmedia voor gebruikt. Kweekvlees gaat momenteel nog door een keuring heen van de European Food Safety Authority (EFSA). De verwachting is dat de eerste kweekvleesburger in 2023 op de markt komt. In 2030 zou een kilo kweekvlees nog maar € 4,70 kunnen kosten, volgens een onderzoek van adviesbureau CE Delft (2).

Uit onderzoek blijkt dat als de energie die nodig is om op grote schaal kweekvlees te produceren afkomstig is van fossiele brandstoffen, traditionele veehouderij op langere termijn gunstiger is voor het klimaat (3). En op de website van Bistro in Vitro, een fictief restaurant met een menu van kweekvlees gerechten die mogelijk ooit op ons bord belanden, wordt een kant belicht die ik pas tegen kwam na intensief zoeken op internet. In de blog wordt beschreven hoe de bedenkers en promotors van kweekvlees verbergen wat er achter de veelbelovende techniek schuilgaat: “Als we cellen willen laten groeien dan hebben we niet alleen suikers, vetten, proteïnen, vitaminen en mineralen nodig, maar ook hormonen en groeimiddelen die de cellen moeten laten delen. In het huidige systeem halen we dat groeimiddel uit het serum van ongeboren kalveren na het slachten van een zwangere koe. Het feit dat kweekvlees nog altijd direct afhankelijk is van de bijproducten uit de intensieve veehouderij wordt door voorstanders van kweekvlees buiten beschouwing gelaten. We horen over het antibioticagebruik bij vee, maar ook kweekcellen moeten beschermd worden met grote hoeveelheden antibiotica om te overleven. We lezen over de hoge kosten van maïs die in de intensieve landbouw geteeld wordt voor veevoer, maar we lezen nergens over de geraffineerde suikers en aminozuren die kweekcellen nodig hebben, of waar ze vandaan komen.” Dit is de andere kant van de medaille die vooralsnog onderbelicht blijft (4). Er wordt in het artikel op gewezen dat zolang oplossingen voor het wereldvoedselprobleem gebaseerd zijn op economisch gewin en er alleen naar technologie wordt gekeken als oplossing en niet naar natuur en cultuur, het geen echte oplossing is. We raken dan van de regen in de drup. Er is een bewustzijnsverandering nodig in onze manier van omgaan met dieren en vlees eten. Daar gaat ons artikel Bewust dierlijke producten eten, hoe doe je dat?’ over.

Geschreven door Terah Afke